Soul Searching #35: Wat wil ik nou weer?

Geplaatst door

De titel van deze blog is een variatie op ‘wat wil ik’ – het onderwerp waar ik vaak over schrijf en denk. Overigens heb ik ook de neiging om de posts met dit topic na verloop van tijd weer te verwijderen. Ach ja, het is een proces hรจ.

Het is verleidelijk om altijd weer lijstjes te gaan maken, omdat er dan iets in mijn hoofd zegt ‘ik snap het bijna, schrijf het snel op’. Maar het resultaat is altijd dat het lijstje incompleet is, en kunstmatig voelt. Ik kan altijd wel uitzonderingen bedenken. Ik maak geen lijstjes meer.

Dat neemt niet weg dat ik wel altijd weet of ik iets leuk vind, of niet. Ik moet gewoon even wat proberen, eerlijk tegen mezelf zijn over mijn oordeel, en dan acteren. Vind ik het niet leuk, dan wegwezen of een beetje draaien. Vind ik het wel leuk, dan verder gaan. Mijn kompas werkt goed.

De eerste reactie die ik krijg als ik zeg dat het voor mij belangrijk is om mijn werk leuk te vinden, is vaak ‘iedere baan heeft wel iets dat niet leuk is’. Oke flapdrol, dat weet ik zelf natuurlijk ook wel. Meestal geef ik het dan gelijk op om uit te leggen wat ik bedoel, omdat mensen uiteindelijk toch een concreet lijstje/zinnetje/definitie willen. En die heb ik niet.

Photo by Itay Verchik on Unsplash

Dat is ook vaak het advies dat ik krijg van bijvoorbeeld coaches en collega’s: maak een lijstje van dingen die je leuk vind – schrijf het iedere dag op – haal daar patronen uit – ga dat doen. Maar ja, dat werkt dus niet. Je komt dan vaak op abstracte dingen uit (‘ik vind het leuk om dingen te repareren’), waar gemakkelijk een tegenvoorbeeld voor te vinden is.

Ik ben nou eenmaal een nieuwsgierig iemand, en ik leer steeds nieuwe dingen bij. Vond ik het gisteren leuk, vandaag weet ik meer en vind ik het saai. Geen pijl op te trekken.

Het beste advies dat ik heb gehad, is om te gaan experimenteren. Laat de nieuwsgierigheid maar zijn gang gaan. Tsja, klinkt mooi, maar dat brengt wel allerlei onzekerheid met zich mee. Uiteindelijk heb ik ook vaste lasten, en behoefte aan enige veiligheid. Het balanceren van die twee krachten is niet zo makkelijk.

Het meest praktisch lijkt te zijn om een stukje vastigheid te regelen, en een stukje experimenteerruimte te nemen. De uitdaging is om te accepteren dat die vastigheid nodig is, en om die vastigheid zo in te regelen dat het niet belachelijk veel energie kost. Ik realiseer me dan toch de hele tijd dat mijn rechterbeen wil rennen en dat mijn linkerbeen een zwaar anker blijkt te zijn.

Misschien is het zaak om wat bewuster te zijn van wat de vastigheid me brengt. Zo geeft ‘wortelen’ op een plek me altijd een gevoel van thuis zijn, geborgenheid, en betrokkenheid. Mensen met wie ik samenwerk vormen ook een soort sociaal netwerk, en het vult een stukje menselijk contact voor me in. Verder, als ik de plek goed kies, voel ik me ook onderdeel van iets groters dan mezelf, en dat brengt een stukje Trots in mijn werk. En het geeft me minder tijd tot nadenken, en dat kan ook geen kwaad.

Het deel van mijn leven dat met experimenteren te maken heeft, komt vermoedelijk ook niet zonder haken en ogen. Tot nu toe werkt het het beste als ik grotendeels mijn eigen weg kan volgens. Dat kan natuurlijk niet zo goed in bijvoorbeeld een baan, dus dit zal dan wel een andere vorm krijgen. Maar toch voel ik ook wel de neiging om iets te doen met al die kennis die ik al doende bij elkaar vergaar. Daar zit ook een stukje Trots in. Hmm, misschien gaat dit vanzelf wel.

Dit alles klinkt wellicht overdreven, en ik weet uit ervaring dat de meeste mensen dit alles onherkenbaar vinden. Toch weet ik zeker wat de gevolgen zijn als ik deze dynamiek niet goed manage. Ik heb namelijk al jaren ervaring met onvoldoende letten op wat ik leuk vind, dus de balans is al zeer lange tijd scheef. Ik voel dat ik bij mezelf wegdrijf, dat mijn hersens op slot gaan, en dat ik meer afstand tot andere mensen voel. De signalen zijn onmiskenbaar, en niet te negeren. Aan de positieve kant heb ik wel uitgebreid ervaren hoe het is om zekerheid en stabiliteit te hebben, dus die kant moet me wel lukken.

Tijd en nieuwe ervaring zijn nodig om het afstellen van deze dynamiek te leren. Het afstellen zal ook wel een permanent proces zijn, dus ik kan het maar beter goed leren ๐Ÿ™‚ Maar ja, het is moeilijk en vermoeiend en eenzaam. Alleen ik kan het doen, en niemand anders. Ik moet mijn grenzen aangeven, een richting aangeven, bij mezelf blijven, loslaten waar nodig, etc.

Uiteindelijk gaat het dan toch om het leerproces, denk ik – en om vertrouwen. Wil ik dat dan? Weet ik veel :-p